The single brushstroke as a horizon between heaven and earth is de tweede solotentoonstelling van Hyun-Sook Song bij Zeno X Gallery.

Hyun-Sook Song werd in 1952 geboren en groeide op in een bergdorp in Korea. In 1972 reisde ze naar West-Duitsland en niet veel later ontplooide ze zich als kunstenares. Vaak geeft ze uitdrukking aan de nostalgische herinneringen aan haar geliefde geboorteland. Gedurende verschillende decennia creëerde ze schilderijen met slechts een handvol motieven of thema’s: de aarden pot, zijden linten gedrapeerd rond palen of geweven textiel aan een draad.

Song creëerde zowel een geheel eigen stijl als techniek die elementen uit het Westen en Oosten combineert. Ze koos ervoor om te schilderen met tempera - een verfsoort die gemaakt wordt door pigmenten te mengen met eierdooier. Van deze techniek werd veel gebruik gemaakt in de Westerse schilderkunst van de middeleeuwen, mede door het opake karakter van de verf. Zij gebruikt tempera echter op een haast transparante manier; de penseelstreken zijn zuinig maar zeer trefzeker. Iedere borstelstreek staat voor één beweging en er is geen ruimte voor twijfel.

Haar artistieke houding is sterk beïnvloed door Oosterse filosofie en kalligrafie maar ook door haar liefde voor natuur, het lichaam en haar materialen. Schilderen is voor haar een performatief gebeuren. Ze plaatst het opgespannen doek op de vloer van haar studio en balanceert over het schilderij op een eenvoudige houten plank die er overheen wordt geplaatst. Ze bevindt zich daarbij in een staat van uiterste concentratie en meditatie. De intensiteit van het schilderen staat haar toe om slechts enkele uren per dag te werken. Desalniettemin gaat ze iedere dag naar de studio om haar handvastheid te behouden.

Haar vormentaal mag dan beperkt zijn, de variaties lijken oneindig. De werken kunnen zowel abstract- meditatief gelezen worden als figuratief-symbolisch. De ‘houten palen’ verwijzen naar een simpele vorm van onderdak, terwijl de weefsels vaak refereren aan de eeuwenoude traditie van het weven van ramie in haar geboortestreek. De verf die uitdunt naarmate de lijn vordert, staat dan weer symbool voor de eindigheid van het leven of het verminderen van hoop.

Oost-Aziatische schilders percipiëren het landschap geheel anders dan Westerse kunstenaars. In het Westen placht men het figuratieve schilderij doorgaans te zien als een venster op de wereld en in een lineair perspectief, terwijl kunstenaars in het Oosten zichzelf steeds zien als een integraal onderdeel van dit landschap. In het Westen worden afzonderlijke penseelstreken meestal eerder onzichtbaar gemaakt, terwijl de kwaststreek voor Oost-Aziaten net het cruciale en centrale element is. Een penseelstreek is de ultieme getuige van de innerlijke (on)rust van de schilder en zit steeds vol expressie. Bovendien is de borstelstreek steeds uniek doordat de relatie met het oppervlak, de schaal en het licht altijd anders is. Een ander bewijs van het belang van de penseelstreek in het oeuvre van Song, is het feit dat haar titels gebaseerd zijn op het aantal bewegingen die ze nodig had om het werk te voltooien.

Hyun-Sook Song studeerde aan de Academie voor Schone Kunsten in Hamburg tussen 1976 en 1981. In 1984 keerde ze voor een jaar naar haar geboorteland weer om Koreaanse kunstgeschiedenis te studeren aan de Chonnam National University in Gwangju.

Haar werk werd tentoongesteld in de Hamburger Kunsthalle, het National Museum of Contemporary Art in Seoul, het Gwangju Museum of Art, de Biënnale van Poznan, het Leeum Samsung Museum of Art in Seoul, het Mori Museum of Art in Tokyo, het Asian Art Museum in San Francisco, het Berkeley Art Museum in San Francisco, de Deichtorhallen in Hamburg en vele andere.